De Kinderbibliotheek van Abraham Hans

Abraham Hans Abraham Hans is al een aantal keer in het contactblad opgedoken. We hadden het dan telkens vooral over de figuur Hans en zijn betekenis voor het Vlaamse volk. Maar Hans leeft in het collectieve geheugen van de (oudere) Vlaming vooral voort als de auteur van de Hanskes, de honderden kleine boekjes die hij geschreven heeft in het kader van zijn Kinderbibliotheek.

Hoezeer dat gewaardeerd werd, moge blijken uit een anoniem en pretentieloos gedicht uit 1934 toen Abraham werd gevierd omwille van het verschijnen van het 500e nummer van de Kinderbibliotheek:

Een groet aan A. Hans.

Zonder uw romans, Waarde Heer Hans,
Lazen de Vlamingen niets, of Fransch!
Voor wie liever brood eet dan koeken
zijn uwe boeken de geschikte spijs.
Zoolang de Vlaming primair is,
hebben wij u nodig man.
Vast en zeker schrijft ge daarna
een Van-Nu-en-Straks-roman.

Abraham Hans gevierd ter gelegenheid van het 500e Hanske (28 april 1934).
Gulden Boek Kontich
Maar hoe komt iemand op een idee om een kinderbibliotheek te starten? Wel, bij Abraham Hans was dat het gevolg van een diepe overtuiging. Hij wilde de jeugd laten lezen, hen leren lezen. Hoezo, leren lezen?

Dat had Conscience toch al klaar gespeeld? Wel, het antwoord hierop is iets genuanceerder dan dat. Ook Conscience vertelde volksverhalen, maar hij goot ze in de literaire vorm van die tijd.

Wat leidde tot romantische romans zoals De leeuw van Vlaanderen. Maar die boeken waren wel voor volwassenen bestemd en je kan hier bij de vraag stellen of hij hen leerde lezen dan wel dat hij hen liet lezen.

Abraham Hans zag dat de kansen van de jeugd om te lezen zeer beperkt waren, meestal omwille van de harde levensomstandigheden en het gebrek aan (voldoende) scholing. En op die manier komen we terecht bij de oprechte en diepe sociale bekommernis van Abraham Hans. Ondanks het feit dat vrienden hem zijn plannen uit het hoofd wilden praten, begon hij in 1923 toch met de Kinderbibliotheek.

Wekelijks verscheen er een boekje van 32 bladzijden voor een halve frank. Het formaat was nog wat kleiner dan een huidig A5'je.

Het 500e Hanske, niet VAN, maar OVER Abraham Hans Voor de meesten onder ons zou dit een heuse voltijdse job zijn, voor onze Hans was dit niet meer dan een tussendoortje. Maar dan elke week opnieuw, jaar in, jaar uit. De mythe wil dat het schrijven van een dergelijk verhaal ongeveer overeen kwam met het roken van een (weliswaar waarschijnlijk dikke) sigaar. Sigaar op, verhaaltje af. Ga er maar eens aan staan. Niet een keer, maar telkens weer.

Zijn inspiratie haalde hij uit de wereld rondom hem. Van kleins af aan interesseerden hem de medemens en zijn omgeving.

Hij was een uitstekend observator en gebruikte dat materiaal in zijn boekjes. Hij schreef niet enkel de verhaaltjes, hij beschreef meteen het (Vlaamse) volksleven van de eerste naoorlogse helft van de twintigste eeuw. Hij gebruikt sagen, toeristisch materiaal, toevallige ontmoetingen, zijn reizen. En hij praat vooral met de mensen. Hij bezoekt op zijn reizen steevast sigaren- en boekenwinkels en praat daar dan over de plaatselijke leefomstandigheden en bijzonderheden. En dat materiaal verwerkt hij dan prompt in de kleine boekjes.

Zijn ontdekkingstochten leiden hem tot de kleinste uithoekjes van het land en brengen hem op steeds nieuwe ideeën.

Typische schrijfhouding van Abraham Hans Dit heeft als resultaat dat de honderden boekjes niet enkel verhaaltjes vertellen, maar dat ze tegelijk een fantastische caleidoscoop van het land en zijn bevolking zijn. Maar dat kon uiteraard enkel omdat zijn boekjes werden gelezen. En dat gebeurde massaal. En door jong en oud.

Tegelijk getuigen zij van het enorme succes dat hem te beurt viel. In die mate zelfs dat de boekjes gewoon Hanskes werden genoemd, alsof het een soortnaam betrof.

Bij dit alles mogen we niet vergeten dat dit succes er kwam ondanks de enorme tegenwerking van de kerkelijke overheid. Volgens vele pastoors was het lezen van een Hanske ongeveer het equivalent van een doodzonde, want een protestant kan de katholieke volksmens alleen maar in zonde en verderf storten.

Zo werd het van de kansel gepredikt. Men zou natuurlijk ook kunnen stellen dat de verboden vrucht zoeter smaakt en dat het succes daarom des te groter was. Maar dit zou afbreuk doen aan de vertelkunst van Abraham Hans. Want hij bewees zich elke week opnieuw.

Naast zijn vertelkunst speelde ook de variatie in thema's een erg grote rol. Hans zorgde ervoor dat hij vaak genoeg afwisseling in het materiaal bracht zodat er geen verzadiging optrad. Zo had hij typische kinderverhalen, maar ook historische verhalen, herschreven sageverhalen, oude romantische verhalen en bibliografische verhalen, maar ook verhalen uit het buitenland. In die verhalen had hij dan telkens weer aandacht voor volkse gebruiken en feesten enerzijds en wat er zich in de wereld afspeelde anderzijds.

Het is deze cocktail van vele facetten die Abraham zo uitzonderlijk geliefd maakte, en misschien wel de meest gelezen auteur van zijn tijd. En net daarom is het zo vreemd dat hij in de literatuurgeschiedenis wordt doodgezwegen. Zijn strijd om de ontvoogding van het volk werd dan weer wel opgemerkt.

Op schaarse loftuitingen na werd het werk van Hans door de critici meestal slecht onthaald. De critici van de Boekengids waren haast zonder uitzondering priesters.

Het valt dan ook niet te verwonderen dat ze zelfs termen als vulgair in de mond namen bij de bespreking van Hans' werk. Ondanks het feit dat later mensen zoals Gaston Durnez of Karel Verleyen veel genuanceerder over hem spraken is hij stilletjes aan onder het stof van de geschiedenis geraakt.

Vreemd genoeg verdween die vooringenomenheid voor werkjes die Abraham Hans onder een pseudoniem schreef.

Een duidelijk teken dat de critici vooral de man en nooit de bal speelden. Ze vergaten hierbij dat het doelpubliek van Abraham Hans de gewone bevolking was en niet die lezersgroep van hoogopgeleide mensen waarvoor Boekengids vaak de rode loper uitrolde.

Misschien nog wel het grootste compliment voor zijn werk was de gedrukte reactie van de katholieke pers. Als tegengif voor de Hanskes begon de abdij van Averbode met de uitgave van de Vlaamse Filmpjes.

De kinderen maalden daar echter niet om. Desnoods deden ze een kaftje rond de Hanskes, opdat de meester niet zou zien dat ze hun geliefde verteller aan het lezen waren. En voor hen deed hij het tenslotte.

Wie meer wil weten over Abraham Hans kan terecht in Reineringen, het tijdschrift van de heemkundige kring, de nummers 2014, nr 2 en nr 4, 2015, nr 1, nr 3 en nr 4 en 2016, nr 1 (klik op het nummer om het Reineringen nummer op te halen bij www.issuu.com).

Tekst: Paul Catteeuw
Foto’s: Koninklijke Kring voor Heemkunde Kontich
Uit het Informatieblad van de gemeente Kontich, mei 2016

Zoeken in onze website


 
Created: 03/02/2017
© 2003-2017 - MuseumKontich - Alle rechten voorbehouden